Geschiedenis
Het Steunfonds Marguerite-Marie Delacroix werd in 1988 opgericht als instelling van openbaar nut, naast de Stichting Marguerite-Marie Delacroix, die in 1950 gesticht werd door de Heer en Mevrouw Jules Delacroix ter herinnering aan hun dochter die op 13-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van roodvonk.
Terwijl de Stichting het beheer van de medisch-pedagogische instelling voor meer dan 250 gehandicapte kinderen en volwassenen in Tienen verderzet, heeft het Steunfonds als doel andere Belgische werken te helpen die in hetzelfde domein actief zijn, alsook het onderzoek op het domein van de handicappreventie te bevorderen.
De statuten van het Steunfonds voorzien dat het doel van het Steunfonds is om « instellingen, verenigingen, stichtingen, vennootschappen of openbare inrichtingen, die, onder andere, tot doel hebben kinderen en volwassenen, al of niet gehandicapt, de nodige zorgen toe te dienen op lichamelijk of mentaal vlak, te helpen door middel van inbreng in leningen of door eender welke andere middelen.
Het Steunfonds kan bovendien onderzoeksprogramma’s of acties ter bestrijding van het genetisch, toevallig of sociaal ontstaan van gebreken aanmoedigen en financieren en in het bijzonder studiebeurzen toekennen aan onderzoekers. »
In dat opzicht biedt het Steunfonds hulp aan werken onder verschillende vormen, nl. beurzen voor onderzoek, schenkingen, voordelige leningen, verhuur van onroerend goed aan bescheiden huurprijzen, enz.
Het Steunfonds is een Stichting van Openbaar Nut en wordt beheerd door een Raad van Bestuur samengesteld uit de afstammelingen van de stichters.
De Raad wordt bijgestaan in zijn taak door een wetenschappelijk raadgever, professor Rudy Van Coster.
Anderzijds heeft het Steunfonds een Wetenschappelijke Raad opgericht, samengesteld uit tien universiteitsprofessoren van verschillende disciplines, afkomstig uit alle universiteiten van het land. De Wetenschappelijke Raad komt twee keer per jaar samen onder het voorzitterschap van professor Rudy Van Coster, om de beursaanvragen die aan het Steunfonds gericht worden te onderzoeken en hieromtrent aanbevelingen te geven aan de Raad van Bestuur.